Dag 34; do 16-6; 98 km; de Oud-Gelovigen
Door: Henkfietstnaarsintpetersburg
Blijf op de hoogte en volg Henk
16 Juni 2011 | Estland, Mustvee
Het was een wat deprimerende dag vandaag. Toen ik opstond in het hostel in Tartu en naar buiten keek was het een donkere grauwe lucht. Het regende nog net niet.
Aan de receptioniste vroeg ik waar de ontbijtzaal was. "Did you make a reservation?" vroeg ze. "No I did not" antwoordde ik. "Then no breakfast" klonk het kortaf. "In the city there are plenty possibilities". Maar dat viel tegen. Eindelijk wat gevonden en een omelet besteld, kreeg ik een culinair zeer verantwoord gerechtje voorgeschoteld, maar volstrekt onvoldoende om mijn maag te vullen.
Bij het uitfietsen van de stad geen enkele bakker of winkel gepasseerd om mijn voorraden aan te vullen. Onderweg dus maar mijn noodvoorraad chocoladerepen aangesproken. De eerste uren evenmin koffie en winkels. Eerst na 30 kilometer kon ik wat inkopen doen voor mijn lunch in het dorp Koosa.
Onderweg zag ik tot mijn verbazing een mol de asfaltweg oversteken. Ik stopte, voetgangers gaan immers voor, maar het beestje had me in de gaten -hoe dat kan snap ik niet want een mol is blind dacht ik- en maakte rechtsomkeert. Inmiddels kwam er een auto aan waar de mol midden onder doorging. Hij (of zij) tolde een paar keer om zijn as, krabbelde overeind, vervolgde zijn weg met opmerkelijke snelheid en verdween in het gras. Ik was te verbouwereerd om snel een foto te maken.
Gelukkig was het droog gebleven maar het dreigde nog steeds. Na 40 km kwam ik in het dorpje Varnja aan het Peipsi meer. Dit is een enorm meer, op 4 na het grootste in Europa, eigenlijk een binnenzee.
In Varnja en nog een aantal dorpen langs het meer, wonen sinds een paar eeuwen de Oud-Gelovigen ( of Oud-Orthodoxen) die destijds Rusland uitgevlucht zijn omdat zij werden vervolgd om hun geloof. Ze hebben nog een eigen traditie (soort Mennonnieten denk ik), houten huizen en kerkjes (veel op instorten, sommige fraai gerestaureerd) en kerkhoven met het typische Russisch-Orthodoxe kruis.
Vanaf Varnja had ik 60 kilometer de wind tegen. En dat was zwaar fietsen. Bovendien begon de lucht steeds meer te betrekken. Drie keer kreeg ik een forse bui over me heen. Twee keer redde een bushokje me.
Toen ik eindelijk na bijna 100 km in het dorp Mustvee aankwam waar een hotel zou moeten zijn, kon ik dit niet vinden. Waarschijnlijk was het gesloten. Gelukkig vond ik een B&B waar ik voor EUR 15 kon overnachten. In een bar heb ik wat gegeten en in de supermarkt inkopen gedaan voor morgen. Helaas was er in de wijde omgeving geen Wifi. Omdat er verder ook niets te doen was en ik me redelijk uitgeput voelde ben ik vroeg naar bed gegaan en heb uitstekend geslapen.
Morgen (vandaag dus) naar Toila, een badplaats aan de Oostzee, een afstand van ongeveer 100 kilometer. Nog steeds Estland. Vandaar nog ca 50 kilometer naar de Russische grens.
Aan de receptioniste vroeg ik waar de ontbijtzaal was. "Did you make a reservation?" vroeg ze. "No I did not" antwoordde ik. "Then no breakfast" klonk het kortaf. "In the city there are plenty possibilities". Maar dat viel tegen. Eindelijk wat gevonden en een omelet besteld, kreeg ik een culinair zeer verantwoord gerechtje voorgeschoteld, maar volstrekt onvoldoende om mijn maag te vullen.
Bij het uitfietsen van de stad geen enkele bakker of winkel gepasseerd om mijn voorraden aan te vullen. Onderweg dus maar mijn noodvoorraad chocoladerepen aangesproken. De eerste uren evenmin koffie en winkels. Eerst na 30 kilometer kon ik wat inkopen doen voor mijn lunch in het dorp Koosa.
Onderweg zag ik tot mijn verbazing een mol de asfaltweg oversteken. Ik stopte, voetgangers gaan immers voor, maar het beestje had me in de gaten -hoe dat kan snap ik niet want een mol is blind dacht ik- en maakte rechtsomkeert. Inmiddels kwam er een auto aan waar de mol midden onder doorging. Hij (of zij) tolde een paar keer om zijn as, krabbelde overeind, vervolgde zijn weg met opmerkelijke snelheid en verdween in het gras. Ik was te verbouwereerd om snel een foto te maken.
Gelukkig was het droog gebleven maar het dreigde nog steeds. Na 40 km kwam ik in het dorpje Varnja aan het Peipsi meer. Dit is een enorm meer, op 4 na het grootste in Europa, eigenlijk een binnenzee.
In Varnja en nog een aantal dorpen langs het meer, wonen sinds een paar eeuwen de Oud-Gelovigen ( of Oud-Orthodoxen) die destijds Rusland uitgevlucht zijn omdat zij werden vervolgd om hun geloof. Ze hebben nog een eigen traditie (soort Mennonnieten denk ik), houten huizen en kerkjes (veel op instorten, sommige fraai gerestaureerd) en kerkhoven met het typische Russisch-Orthodoxe kruis.
Vanaf Varnja had ik 60 kilometer de wind tegen. En dat was zwaar fietsen. Bovendien begon de lucht steeds meer te betrekken. Drie keer kreeg ik een forse bui over me heen. Twee keer redde een bushokje me.
Toen ik eindelijk na bijna 100 km in het dorp Mustvee aankwam waar een hotel zou moeten zijn, kon ik dit niet vinden. Waarschijnlijk was het gesloten. Gelukkig vond ik een B&B waar ik voor EUR 15 kon overnachten. In een bar heb ik wat gegeten en in de supermarkt inkopen gedaan voor morgen. Helaas was er in de wijde omgeving geen Wifi. Omdat er verder ook niets te doen was en ik me redelijk uitgeput voelde ben ik vroeg naar bed gegaan en heb uitstekend geslapen.
Morgen (vandaag dus) naar Toila, een badplaats aan de Oostzee, een afstand van ongeveer 100 kilometer. Nog steeds Estland. Vandaar nog ca 50 kilometer naar de Russische grens.
-
18 Juni 2011 - 06:30
Hankl:
hier is het takke weer ze zijn bezig ( 2 werkmensen ) met de voorruiten er staat wind en regen op .het is nu zaterdag 18 juni , 08.30 uur. Binnen in de woonkamer zijn nog 2 schilders bezig. en tegen de avond komen 3 kleintje + moeder hier slapen !! Het regend en het is koud. Heb net een klein "brinta ontbijtje gegeten ! En zie de foto van de Kiev Kip. Ik krijg honger naar kip.
Henk goede reis en dank voor het verslag.
Han
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley